Regio’s Friesland en Groningen over STORM-aanpak: “Preventie begint bij jongeren en is voor de lange termijn”
Het aantal jongeren met depressieve klachten en/of gedachten aan de dood stijgt. De STORM-aanpak (Strong Teens and Resilient Minds) is een wetenschappelijk onderbouwde, preventieve werkwijze die tot doel heeft een depressie of suïcide bij jongeren vóór te zijn op een voor jongeren laagdrempelige manier. Steeds meer regio’s in Nederland gaan aan de slag met de wetenschappelijk onderbouwde netwerkaanpak. Wat zijn hun lessen, uitdagingen en ervaringen? We vroegen het aan STORM-projectleiders Linda Adema in Groningen en Janina Loef en Tryntsje Rekker in Friesland.
STORM is een netwerkaanpak waarin scholen, hulpverleners, gemeenten en andere organisaties hun krachten bundelen. Het implementeren van de aanpak wordt met steun vanuit de Landelijke Agenda Suïcidepreventie 2021-2025 uitgevoerd. In 2023 gingen drie regio’s aan de slag met de implementatie van STORM en ook dit jaar starten drie nieuwe regio’s. Zo heeft Groningen al een jaar ervaring met vijf scholen en is Friesland net begonnen.
Waarom hebben jullie gekozen voor de STORM-aanpak?
Linda Adema, STORM-projectleider bij Mentaal Gezond Groningen: “De cijfers voor GGZ-instroom, depressie en suïcide in Groningen zijn schrikbarend hoog. Preventie begint bij jongeren en is voor de lange termijn. Daarom hebben we STORM in 2023 opgenomen als deelproject van het bredere programma Mentaal Gezond Groningen. STORM sprak ons aan omdat het heel concreet en wetenschappelijk onderbouwd is. Door de verschillende elementen, zoals het stimuleren van (keten)samenwerking, vroegsignalering en het versterken van kennis van professionals kunnen we veel met preventie opvangen.”
Janina Loef en Tryntsje Rekker, projectleiders STORM bij GGD Fryslân: “Ook in Friesland zijn de cijfers zorgelijk en de huidige interventies voor jongeren erg gefragmenteerd. Extra aandacht voor de mentale gezondheid van jongeren en jongvolwassenen is nodig. STORM is een duurzaam preventieprogramma waarmee je echt het verschil kunt maken. Door het bieden van lessen over mentale gezondheid en het trainen van gatekeepers op school, zorgen we ervoor dat het signaleren van en aangaan van een gesprek over somberheid, angsten, depressie of mentale gezondheid laagdrempeliger wordt. De urgentie om in te zetten op het verbeteren van de mentale gezondheid wordt breed gedragen, je moet het ijzer smeden als het heet is.”
Linda, STORM is in Groningen nu een jaar op weg. Hoe is het implementatieproces verlopen?
“In de basis goed. Iedereen – van scholen tot GGZ en GGD – is enthousiast om aan de slag gegaan. Het hielp dat alle betrokkenen voor de start de juiste STORM training hebben gevolgd, zo krijgen mensen meer een gevoel bij wat ze gaan doen en voelen ze zich gesterkt. We zijn vorig jaar rustig begonnen met vijf scholen. Dat ging met vallen en opstaan, maar we zijn enorm gegroeid. Het is voor iedereen nieuw, je moet dus alles met elkaar uitzoeken. Zoveel mogelijk doen, continu evalueren, bijsturen en weer doorgaan. Het is voor scholen nieuw en wennen, daarom is het belangrijk om de basis te blijven herhalen.” We hebben daarom veel tijd genomen om het verhaal op scholen goed te vertellen en iedereen zoveel mogelijk mee te nemen.
Janina en Tryntsje, na een voorbereidend jaar zijn jullie in Friesland net gestart met de officiële implementatie van STORM. Hoe gaat het?
“We merken dat scholen echt op STORM zitten te wachten: er is behoefte om in te zetten op het verbeteren van mentale gezondheid. Het is een urgent probleem en docenten vinden het lastig om depressie en suïcidaliteit te signaleren en hierover het gesprek aan te gaan. Om dat taboe te doorbreken is de gatekeeperstraining voor docenten, een van de interventies van STORM, zo belangrijk. We zijn inmiddels gestart met één pilotschool. Naar aanleiding van de eerste les over mentale gezondheid en de screening is er een kleine groep leerlingen doorgegaan naar de vaardigheidstraining Op Volle Kracht voor jongeren met verhoogde depressieve symptomen. Het grootste verschil is dat er nu over mentale gezondheid gepraat wordt. Uit Friese cijfers blijkt dat slechts 8% van de jongeren praat over hun donkerste gedachten. Dat taboe willen we doorbreken.”
Wat zijn jullie belangrijkste doelen en uitdagingen voor STORM de komende periode?
Janina Loef en Tryntsje Rekker: “Dit schooljaar willen we STORM in Friesland op vijf scholen uitrollen, waaronder één mbo-school met locaties over de hele regio. Volgend schooljaar staan er nog eens acht scholen op de planning. De grootste uitdagingen zijn het creëren van commitment onder alle betrokkenen.”
Linda Adema: “In Groningen zetten we in op regionale spreiding. We zitten nu op zes scholen (drie voortgezet onderwijs en drie locaties van het mbo) en hebben subsidie aangevraagd voor vijf nieuwe scholen. Met nog meer financiering proberen we zelfs naar 10 nieuwe scholen te gaan. We moeten het schaalbaar houden zodat op termijn alle scholen in de provincie Groningen kunnen meedoen.”
Zijn er verschillen tussen vo-scholen en mbo-scholen?
Linda Adema: “Op vo-scholen zijn de lijnen korter, zij zijn zelfstandiger in het maken van hun eigen beslissingen. Daardoor is het gemakkelijker om meteen samen op te trekken, ook met de mensen in de uitvoering. Op mbo’s was dit wat lastiger. Elke locatie heeft zijn eigen werkwijze, geldstromen en zorgteam. Het kostte best veel moeite om mensen mee te krijgen in de aanpak en mee te laten doen met trainingen. Daar liepen we in de uitvoering echt tegenaan. Voor de implementatie moet je de locatie eigenlijk beschouwen als een nieuwe school. We beseften dit pas later in het proces. Daarnaast is een verschil met het vo dat de GGD geen rol heeft op het mbo. De medewerkers van de school (bijv. een orthopedagoog) nemen de screening af en doen de vervolggesprekken.”
Janina Loef en Tryntsje Rekker: “We zijn in Friesland ook bezig met mbo-scholen en zijn gestart met de lessen mentale gezondheid en de gatekeepertraining. De betrokkenheid van de GGD is erg beperkt op het mbo. Die rol moet je hier dus anders invullen.”
Hebben jullie tips voor andere regio’s die de STORM-aanpak willen implementeren?
Linda Adema: “Nu de eerste scholen gestart zijn, weten we beter wat wel en niet werkt. Die ervaringen nemen we mee bij de volgende instroom. Bijvoorbeeld dat het helpt om bij de start op school een medewerkersbijeenkomst te houden, samen met de GGD en de STORM-medewerker van de GGZ. Door het personeel vooraf mee te nemen, elkaar te (leren) kennen en uit te leggen wat het voor hen betekent, gaat STORM gedurende het jaar steeds meer leven op een school.”
Janina Loef en Tryntsje Rekker: “Zorg dat je de basis op orde hebt. Wij hebben veel gehad aan het voorbereidingsjaar waarin we konden werken aan (het invullen van) de programmastructuur. Je hebt draagvlak nodig om STORM te realiseren, zowel in de stuurgroep als op schoollocaties. Zij zijn je ambassadeurs om het verder te brengen in de regio. Het eerste jaar is het pionieren en daarna gaat het makkelijker. Daarom lijkt het ons heel waardevol om ervaringen en best practices uit te wisselen in een landelijk STORM-netwerk. Zo kunnen regio’s elkaar op weg helpen.”