Wetenschappelijk onderzoek
Weten wat werkt

In de STORM regio’s wordt wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de effecten van preventie en naar hoe we jongeren nog meer kunnen laten profiteren van deze aanpak.

Uit nationaal en internationaal onderzoek weten we dat preventieprogramma’s die gericht zijn op het voorkomen of verminderen van depressieve symptomen, goed werken bij jongeren die al lichte depressieve klachten hebben. Dat betekent dus dat we jongeren eerst moeten screenen en diegenen met verhoogde klachten vervolgens een programma moeten aanbieden. Ook blijkt uit onderzoek dat het screenen op suïcidale gedachten een goede methode is om jongeren met suïcidale gedachten op te sporen en te zorgen dat zij de hulp ontvangen die zij nodig hebben. Internationale onderzoeksresultaten laten zien dat het aanbieden van preventieprogramma’s op school kan leiden tot minder suïcidepogingen bij jongeren. Het screenen en aanbieden van preventieprogramma’s lijkt dus bij uitstek te werken als de hulp worden geboden via scholen.

Wat werkt en bij wie?

Inmiddels weten we uit ons onderzoek dat vroege signalering werkt. Ook hebben we aangetoond dat somberheidsklachten en angstklachten afnemen bij leerlingen die de training volgen. Om te weten te komen of we stigma op depressie kunnen verminderen, we leerlingen meer kennis kunnen geven over psychische problemen en of we het ontstaan van depressieve klachten en suïcidale gedachten beter kunnen voorspellen, doen we nog meer onderzoek in de praktijk. Het doel is om steeds meer te leren over deze problematiek en beter te weten wat effectief is in het verbeteren van de mentale gezondheid van jongeren.

Voortdurende ontwikkelingen

Met de nieuwe bevindingen uit wetenschappelijk onderzoek proberen we nog beter aan te sluiten bij jongeren om hun mentale gezondheid te verbeteren. Dat betekent dat er in sommige regio’s nieuwe onderdelen van het programma worden uitgeprobeerd en worden onderzocht. Wanneer dit zorgt voor verbetering, dan wordt het ook in andere regio’s geïmplementeerd. Daardoor blijft STORM zich voortdurend ontwikkelen.

“Als onderzoeker kan ik de meest recente kennis uit de wetenschap direct toepassen in de praktijk en daarvan profiteert een grote groep jongeren in onze regio. Andersom biedt de praktijk mij weer kansen om onze kennis verder te ontwikkelen.”

Sanne Rasing, senior onderzoeker bij GGZ Oost Brabant en programmaleider STORM